Verwarm de oven voor op 200 graden. Smelt de boter in een pannetje en meng dit vervolgens met de zonnebloemolie. Roer hier met een garde de basterdsuiker doorheen. Mix hier vervolgens het ei, een paar druppels rozenaroma en het vanille aroma met de garde doorheen. Voeg vervolgens ook de karnemelk toe en roer goed met de garde. Wissel nu de garde om voor een spatel. Hak even tussendoor de witte chocolade grof.
Mix in een aparte kom met een lepel de bloem, het bakpoeder, maizena en zout goed door elkaar. Zeef dit boven het natte mengsel en spatel heel voorzichtig door elkaar. Je gaat nu klontjes zien, maar dat is niet erg. Als de droge ingrediënten half zijn opgenomen in het natte mengsel, voeg je het rood fruit en gehakte witte chocolade toe. Blijf voorzichtig spatelen totdat je net geen droge bloem meer ziet. Doe muffinpapiertjes in de muffinvormen. Schep het beslag nu in 6 grote muffin vormen. Strooi nu een dun laagje kristalsuiker over de bovenkant van de muffins.
Bak de muffins 20 minuten op 200 graden, verlaag dan de temperatuur naar 180 graden en bak nog ongeveer 10 tot 15 minuten. Steek een satéprikker in de muffins om te checken of ze gaar zijn. Als de satéprikker er schoon uitkomt, zijn de muffins gaar. Laat ze ongeveer 10 minuten in de muffinvorm afkoelen. Haal de muffins vervolgens uit de vormen en laat ze volledig afkoelen op een afkoelrek of ovenrooster.